09-06-2015

Visie: ‘It’s the infrastructure, stupid’!

Deel dit bericht

De economie ondergaat momenteel een ingrijpende transitie. Technologie heeft voor enorme veranderingen gezorgd en de laatste tijd zelfs voor grote verstoringen van traditionele, sociaal/economische verhoudingen. Maar we hebben juist technologie nodig als we weer tot economische bloei willen komen.

De overbekende voorbeelden Uber en Airbnb zetten niet alleen de gevestigde taxi- en hotelbranche buitenspel. Gezien hun succes voorzien deze bedrijven in een grote behoefte van de consument. Maar hun activiteiten staan haaks op maatschappelijke belangen (veiligheid, geen overlast) en overtreden in menige stad de huidige wet- en regelgeving. Webwinkels floreren, terwijl oude ketens zoals Hema en V&D het moeilijk hebben en steeds meer fysieke winkels hun deuren moeten sluiten. Banken hebben niet langer behoefte aan filialen en de overheid komt met digitale loketten.

De consequenties zijn nu in alle opzichten echt voelbaar: als consument en burger worden we dankzij allerlei digitale diensten veel beter bediend. Aan de andere kant staat de werkgelegenheid onder flinke druk. Bijvoorbeeld in de banksector, waar volgens het UWV door digitalisering en internetbankieren de komende tijd 15.000 banen zullen verdwijnen. Door robotisering en geavanceerde kunstmatige intelligentie zullen ook hoogopgeleiden hun baan verliezen. Daar staat tegenover dat technologie zorg draagt voor nieuwe banen, ook voor die hoogopgeleiden.

We roepen nu wel dat ‘we’ moeten innoveren of zelfs ‘disruptive’ moeten worden, maar hoe dan? Gaat het om de mentaliteit? Moeten we in Nederland ondernemender worden? Moeten we handiger worden in het commercieel omgaan met ideeën en uitvindingen? Moet het onderwijs anders worden ingericht? Allemaal natuurlijk, maar het is niet voldoende. De innovatieve, verstorende digitale diensten waar we onze economische hoop op vestigen, kunnen alléén floreren als we kunnen vertrouwen op een digitale infrastructuur is die beschikbaar én veilig is.

Er is een opmerkelijke parallel te trekken met de ‘oude’ economie. Half januari verscheen een onderzoek van Standard & Poor waarin naar voren komt dat de Nederlandse economie bovengemiddeld profiteert van infrastructurele investeringen. Financieel: elke geïnvesteerde euro levert binnen drie jaar 1,80 euro op. En als 1 procent van het bruto binnenlands product in infrastructuur wordt geïnvesteerd levert dat 34.000 banen op. Wat helpt, zo schrijft Standard & Poor, is de goede uitgangspositie met mainports zoals Schiphol en de Rotterdamse haven.

Let wel, de bevindingen van S&P gaan over de klassieke infrastructuur: wegen, spoorlijnen en waterwegen. Maar ik ben er van overtuigd dat als we zouden investeren in onze digitale infrastructuur - onze Digitale Delta - we óók daarvan bovengemiddeld zullen profiteren. Onze uitgangpositie kan met onze digitale mainport, de AMS-IX internet exchange en ons breedbandnetwerk, niet beter zijn. En een uitstekende IT-infrastructuur is de absolute randvoorwaarde voor digitale diensten. Maar voor een bloeiende economie moeten we wel iets doen met die infrastructuur. Met de klassieke infrastructuur kunnen we dat prima. Waar wachten we nog op?

Edwin Prinsen is Managing Director Cisco Nederland

Partners