Interview Cloudfounders: ‘Hybride cloudopslag heeft nog te veel technologische beperkingen’

De manier waarop IT-organisaties hun dataopslag regelen, gaat de komende jaren drastisch veranderen. De opkomst van software-defined storage opent veel nieuwe mogelijkheden voor opslag. Huidige oplossingen zijn echter niet technologie-onafhankelijk en voldoen dus nog niet. Dat meent Kurt Glazemakers, CTO bij Cloudfounders.

'Vandaag is storage nog redelijk gebonden aan lokale voorzieningen’, vertelt de Vlaming. ‘Meestal wordt data opgeslagen op gecentraliseerde storage systemen, storage arrays. Dat is een onnodig kostbare en inflexibele oplossing. Dataopslag kun je met softwaredefined storage zóveel efficiënter en bruikbaarder onpremise inrichten, met eventuele uitbreiding in de cloud.'

Software-defined storage is een synoniem voor opslagvirtualisatie, het ontkoppelen van de gegevensopslag en de fysieke servers (storage arrays). Het is een logische vervolgstap in het proces waarbij tien jaar geleden eerst de rekenkracht werd ontkoppeld van het fysieke serverpark en zo’n vier jaar geleden de eerste software-defined IT-netwerken verschenen.

Hoe je het ook noemt, het uiteindelijke doel van opslagvirtualisatie is het schaalbaar en vooral mobieler maken van gegevensopslag. Glazemakers: ‘Schaalbare opslag wordt steeds belangrijker nu de bestanden die wij gebruiken steeds groter worden en de hoeveelheid gegenereerde data blijft toenemen. Grote cloudbedrijven, zoals Google en Amazon, gebruiken al langer gewone servers met hun eigen storagevirtualisatie om zo schaalbare en vooral efficiëntere storage-oplossingen te krijgen. Dataopslag kan zo eenvoudig worden uitgebreid door meer servers in te schakelen.

Op voorhand dimensioneren
‘Dit staat in schril contrast met de problemen waarmee CIO’s worstelen. De meeste storage arrays moeten namelijk op voorhand worden gedimensioneerd. Vaak voegen ze extra complexiteit toe aan de infrastructuur, zowel op storage- als netwerkvlak. Naast betere schaalbaarheid zoeken CIO’s vooral ook betere oplossingen voor datamobiliteit. Voor gewone documenten bestaan er al mooie oplossingen met initiatieven, zoals Dropbox of Skydrive. Deze staan toe dat documenten via de cloud kunnen worden gedeeld tussen collega’s of zelfs tussen personal devices.’

‘Deze mobiliteit en flexibiliteit verdwijnt volledig wanneer we virtuele machines of applicaties willen verplaatsen van device of cloud provider. Software-defined storage biedt ook hier antwoord. In de nabije toekomst zorgt het ervoor dat we voor elke virtuele machines of applicatie kunnen beslissen om het te verplaatsen van on-premise naar een cloudprovider of datacenter en terug. Daarbij maakt het niet uit welke hypervisor of opslagtechnologie daar draait.’

Haken en ogen
Volgens Glazemakers heeft VMware op dit moment met zijn vCloud Hybrid Service de meeste voorsprong als hybride cloudprovider. ‘Je kunt je vm’s (virtuele machines, red.) lokaal blijven draaien of verplaasten naar de remote omgeving van hen. Er kleven echter wel haken en ogen aan. Zo moet je al je data eerst converteren en kopiëren naar de omgeving van VMware. Dat is een flinke klus. Ook kun je de hybride dienst enkel gebruiken als jouw interne IT-organisatie ook gebruikmaakt van technologie van VMware. Vendor buy-in ligt op de loer. Bovendien is het lastig om de data weer uit de cloud weg te halen.’

Echt hybride wordt het pas als het niet uitmaakt welke technologie je gebruikt, vindt Glazemakers. ‘Of dat nu gaat om je hypervisor, je storageprovider, je IT-netwerk of om de storage-oplossing die je hebt gekozen. Ze zouden geen enkele kennis van de rest van de gevirtualiseerde omgeving nodig moeten hebben.’

Flash memory
‘Opslagvirtualisatie kan veel voordelen betekenen voor het midden- en kleinbedrijf. Het is namelijk een softwareoplossing, geen hardware die binnen drie jaar wordt afgeschreven en vervolgens moet worden vervangen. Uiteraard heb je wel hardware nodig voor je opslag, maar dat kan standaard hardware zijn. Uitgebreide en dure storage arrays zijn daarbij geen voorwaarde meer. Gewoon een hypervisor kiezen en flash memory installeren.’

Flash memory maakt opslagvirtualisatie nog interessanter, zegt Glazemakers. ‘Met de technologie verplaats je data tot duizendmaal sneller dan via de traditionele ronddraaiende schijven. Nu kun je flash dus toepassen om je fysieke storage arrays te virtualiseren en je gevirtualiseerde data razendsnel beschikbaar te maken. De nieuwste trend is om de technologie in de compute-laag te plaatsen, dicht tegen de hypervisor aan. Daardoor krijg je zelfs betere performance als fysieke storage arrays .’

Binnen handbereik van kleine organisaties
Cloudfounders biedt kleinere organisaties oplossingen om gegevensopslag eenvoudig en efficiënt te gebruiken in hun lokale ITomgeving of in combinatie met een private cloud. ‘Met behulp van Flash of SSD kunnen we de lokale storage van standaard servers virtualiseren zodat het lijkt alsof je over een virtuele (gedistribueerde) en redundante storage array beschikt. Bovendien kun je heel gemakkelijk een individuele applicatie of virtuele machine repliceren naar een ander kantoor of cloud provider.’

‘De gebruiker profiteert bovendien van het feit dat onze producten het dienstenlandschap verrijken. Verkopers van storageproducten kunnen ineens een alternatief bieden voor de inflexibele oplossingen van Google, Amazon of Azure. Ze kunnen differentiëren, bijvoorbeeld op prijs of op maatwerk. Op deze manier komen disaster recovery en external back-up eindelijk binnen handbereik van kleinere IT-organisaties. Het zal altijd goedkoper en flexibeler zijn dan wat de grote cloudpartijen bieden.’

Datamobiliteit
Waar de informatietechnologie zich de komende vier jaar naartoe beweegt, laat zich volgens Glazemaker moeilijk raden. In elk geval vermoedt hij dat datamobiliteit een essentieel onderdeel wordt. ‘Het moet veel makkelijker worden om data van hier naar daar te verplaatsen, en niet enkel door te cachen of een exacte kopie te maken bij de cloud provider. Flash memory helpt daar bij.’

‘Klantorganisaties krijgen de komende jaren bovendien meer keuze tussen lokale en verspreide cloudoplossingen. Dit leidt onder andere tot verdere vervaging tussen fysieke en virtuele machines. Er zal altijd vraag naar lokale gegevensopslag blijven, al was het maar in verband met privacyvraagstukken. Daarnaast zijn er enkel grote Amerikaanse cloudproviders beschikbaar. Externe cloudopslag kan weliswaar kosten besparen, je hebt nooit helemaal in de hand waar je gegevens terechtkomen en wie ze kan inzien. Het spreiden van data over meerdere cloudleveranciers, zal over vier jaar ook vaker voorkomen. Zo voorkomen zij te grote afhankelijkheid van één partij.’

Organisaties zullen op het niveau van de virtuele machines gaan bepalen welke gegevens hoe lang worden bewaard. ‘Dat is natuurlijk afhankelijk van het soort omgeving. Gegevens van een desktop-gebruiker hoef je waarschijnlijk minder lang te bewaren dan gegevens van een financiële toepassing. Zoiets stel je bij onze producten dus in op vm-niveau, niet op storageniveau. Dat is veel gemakkelijker.’