19-08-2019

Interoperabiliteit van apotheken en laboratoria staat in de steigers

Deel dit bericht

Tot voor kort leefden apothekers en laboranten gescheiden levens. Onhandig, want de patiënt heeft met beide te maken. Sterker nog, zijn gezondheid hangt voor een deel af van de informatie die laboratoria en apotheken uitwisselen.

Zo is een bepaald medicijn prima te gebruiken voor de ene patiënt, maar zorgt het voor een andere nare bijwerkingen vanwege meervoudige aandoeningen. Dit is soms gewoon vervelend, maar het kan ook dodelijke gevolgen hebben. De oplossing lijkt simpel: apothekers en laboranten moeten beter met elkaar communiceren. Maar hoe regel je dat voor alle apotheken en laboratoria in Nederland en België? Dat kan alleen als de interoperabiliteit van systemen verbetert. In dit blog lees je waar de digitale informatie-uitwisseling tussen laboratoria en apotheken aan moet voldoen.

Wat kan er misgaan?
In 2017 luidde de Patiëntfederatie de noodklok. Te veel mensen belandden onnodig in het ziekenhuis door het verkeerde gebruik van medicijnen. De Patiëntfederatie maakte zich vooral zorgen over 65-plussers, die vanwege meerdere gezondheidsklachten ook meer verschillende soorten medicatie gebruiken. Natuurlijk bestond de groep gedupeerden voor een deel uit mensen die door hun eigen inschattingsfouten in de problemen kwamen. Het merendeel ging echter over gevallen waarbij medicijnen en de status van de patiënt met elkaar botsten. Denk aan sterke medicatie die niet kan worden afgebroken door de nieren van een patiënt door nierfalen. Of bloedverdunners bij een patiënt die net geopereerd is en nabloedingen heeft. Dergelijke situaties zijn gevaarlijk en kunnen voorkomen worden, maar alleen als de verstrekker van medicatie (=apotheker) van alle aandoeningen en recente bloedwaardes op de hoogte is.
 
Verbind apotheek met het lab
Het onderliggende probleem zit ‘m hier duidelijk in de (ontbrekende) communicatie tussen laboratoria en de apotheek. Vooral de informatie in laboratoria, bijvoorbeeld bloedwaarden, bereikt de apotheek lang niet altijd. Dit komt vooral doordat apotheken en laboratoria met verschillende systemen en standaarden werken, waardoor het uitwisselen van gegevens lastig is. Om de uitwisseling toch mogelijk te maken, zijn verschillende instanties bezig met pilots en internationale standaarden om allerlei soorten zorgsystemen aan elkaar te “knopen”. Ook op het gebied van wetgeving is er al veel veranderd. Hieronder bespreken we een aantal ontwikkelingen.

Geneesmiddelenwet en Edifact
Al sinds 2012 zijn huisartsen en specialisten volgens de Geneesmiddelenwet verplicht om relevante bloedwaarden te delen met de apotheker als deze daar om vraagt. De patiënt moet hiervoor wel actief toestemming geven en een handtekening zetten. Tot voor kort werden de bloedwaarden door de apotheker handmatig ingevoerd in het apotheeksysteem; een wat omslachtig proces. Er kwam verbetering met initiatieven zoals EDIFACT, de internationale standaard voor elektronische gegevensuitwisseling van de NAVO. Hiermee werd labdata nog niet automatisch gedeeld, maar in ieder geval opgeslagen in een universeel format. De data verschijnt hierdoor overal in dezelfde taal, waardoor de apotheker het bericht niet meer handmatig hoeft te vertalen en in te voeren.
 
Nictiz Onderzoek
Ondanks de invoer van Edifact blijkt uit onderzoek van Nictiz eerder dit jaar dat het veel apotheken niet lukt om labdata mee te nemen in het medicatieadvies naar de patiënt. Ja, er wordt steeds vaker gewerkt met portals en internationale standaarden, maar de informatie is versnipperd en vaak onvolledig. Op hun beurt communiceren ziekenhuizen op verschillende manieren met huisartspraktijken. Sommige hebben hun eigen portal; andere versturen weer berichten via beveiligde email. Daarnaast ontbreekt het overige zorginstellingen zoals de GGZ en de VVT vaak geheel aan labdata. En specialisten in ziekenhuizen hebben vaak wel inzage in de labgegevens in de (poli)kliniek, maar niet in die van huisartsenlaboratoria. Alle partijen doen hard hun best, maar aan het eind van de dag heeft geen enkele partij alle informatie tot zijn beschikking.

ICT-leveranciers zijn van levensbelang
In het onderzoek van Nictiz wordt veel aandacht besteed aan de rol van ICT-leveranciers. Dat is niet zo gek, aangezien zij de oplossing zijn voor het gebrek aan goede digitale communicatie. Hier rijst meteen het volgende probleem, aangezien ook ICT-leveranciers verschillende manieren van aanpak hebben. Daarom is het belangrijk dat zij werken met een infrastructuur die hun eigen software overstijgt. Op informatieniveau moeten de berichtformats bovendien in lijn zijn met de Zorginformatiebouwsteen LaboratoriumUitslag en gebaseerd zijn op de internationale standaard HL7. Op deze manier kunnen patiëntgegevens ook over de grens worden uitgewisseld. Op applicatieniveau moeten de informatiesystemen van ICT-leveranciers gebruik maken van het Lab2zorgbericht voor de uitwisseling tussen laboratoria en zorgverleners. Het hele eisenpakket vind je in dit document op pagina 11 en is een handige checklist voor zorgorganisaties die met een nieuwe ICT-leverancier in zee gaan.

Interoperabiliteit vraagt om een (kleine) transformatie
Een betere interoperabiliteit van apotheken en laboratoria is dus in zicht. Maar we zijn er nog niet. De standaarden en de wil zijn er, maar om optimaal gebruik te maken van nieuwe technologie moeten zorgorganisaties toch echt een (kleine) transformatie ondergaan. Dit is vaak simpeler dan bestuurders in de zorg denken, omdat veel moderne software gecombineerd kan worden met bestaande systemen.

Tags:

Zorg, eHealth

Company:

InterSystems

Partners