Fujitsu en NetApp ondersteunen TU Delft bij realiseren supercomputer DelftBlue

Fujitsu, aanbieder in High Performance Computing systemen, en NetApp, een wereldwijd cloudgedreven, datacentrisch softwarebedrijf, hebben de TU Delft geholpen bij het lanceren van een nieuwe supercomputer. Deze computer, met de naam DelftBlue, is maar liefst 85 procent sneller dan de vorige HPC infrastructuur van de TU Delft en staat hiermee op nummer 250 van de 500 snelste supercomputers ter wereld. DelftBlue behaalt een snelheid van twee petaflops, wat gelijk staat aan een miljoen keer een miljard berekeningen per seconde.

Deze rekenkracht is nodig omdat er binnen de TU Delft gewerkt wordt met AI, big data en simulaties die dit allemaal vereisen. Zo wordt er onderzoek gedaan naar het effect van wolken op de temperatuur op aarde. Hoe wolken zonlicht blokkeren en hoe ze warmte vasthouden zijn vragen waar de studenten antwoord op proberen te krijgen aan de hand van modellen en simulaties. Alleen al voor de wolkensimulatie is meer dan 760 terabyte nodig, die alleen door een supercomputer verwerkt kan worden.

Om de HPC prestaties te verbeteren en een efficiëntieslag te maken, begon de TU Delft in 2021 aan een project om de vijftien losse HPC clusters, die gebruikt werden door verschillende afdelingen en onderzoeksgroepen, samen te voegen tot een grote cluster. Hiervoor nam de universiteit Fujitsu en NetApp in de arm. Fujitsu heeft voor dit grootse project de vijftien kleine en geïsoleerde HPC clusters samengevoegd tot één HPC cluster, die de naam DelftBlue heeft gekregen. NetApp verzorgde op zijn beurt het opslagsysteem en biedt een kosteneffectieve en eenvoudige te beheren HPC storage oplossing die ook makkelijk prestatie en capaciteit kan schalen naar behoefte.

Niet alleen zijn de HPC prestaties van de TU Delft verbeterd, ook kunnen nu honderden gebruikers tegelijkertijd gebruik maken van de supercomputer. Zo hoeven studenten en promovendi niet langer meer te wachten op toestemming om aan de slag te gaan met het testen van hun modellen op een externe supercomputer. Naast verbeteringen als het makkelijk opschalen van capaciteit en een beschikbarheid van 99,9999 procent, biedt de nieuwe infrastructuur de mogelijkheid om meerdere complexe simulaties naast elkaar te draaien zonder enige limitaties. Hierdoor kan de universiteit verder gaan in nieuwe onderzoeksgebieden zoals AI, menselijke samenleving en de effecten van klimaatverandering.