03-04-2015

Mag of kan het licht uit?

Deel dit bericht

In 1981 startte de Stichting Toekomstbeeld der Techniek, waar ik indertijd werkte, een studie over de kwetsbaarheid van de stad. In een eerdere blog schreef ik hoe ons betalingsverkeer steeds centraler en digitaler wordt en daardoor gevoeliger is voor allerhande storingen. De elektriciteitsstoring van vorige week in Noord-Holland bevestigt hoe afhankelijk we in onze maatschappij zijn geworden van elektriciteit en digitale ondersteuning, die ook weer van elektriciteit afhankelijk is. Een ongelukkige storing in een (hoogspanning) verdeelstation verstoort miljoenen mensen in hun dagelijkse activiteiten.

Hoogwaardige diensten
Op zich is dit niet nieuw, maar in Nederland zijn we vreselijk verwend met de hoge kwaliteit van onze hoogwaardige diensten. Nutsvoorzieningen als water, gas, riolering en elektriciteit hebben we fantastisch georganiseerd en zijn zeer betrouwbaar. Heel anders dan andere landen die op dit gebied nog een hele weg te gaan hebben. Maar helaas, zelfs die ene keer, staat zonder elektra heel veel stil, van treinen tot benzinestations, en van bagagebanden tot liften.

Ik was enkele jaren geleden in een klein stadje in VS waar elektriciteit nog via bovengrondse leidingen werd getransporteerd, met alle gevolgen van dien. Door de regelmatige storingen was de bevolking echter redelijk goed voorbereid (als er weer eens een storing optrad). Toen er in een winkel waar ik was, een elektriciteitsstoring plaatsvond, deed de elektronische voordeur het niet meer en waren alle elektronische voorzieningen van betalingen tot en met internetconnectie uitgevallen. Maar geen paniek: de schuifpui naast de gesloten elektronische deur werd opengeschoven en via ouderwetse papieren creditcard slips kon gewoon worden betaald. Er stond zelfs een ouderwetse kassa met slinger op tafel om eventuele cash betalingen te kunnen doen. Men wist dat de storing binnen een halve dag wel weer over zou zijn, dus men maakte zich niet druk.

Risicoreductie
Onze centraal ingerichte infrastructuren blijven altijd kwetsbaar. Maar omdat we het niet (meer) gewend zijn, valt veel meer stil dan stil hoeft te vallen. Door het vele gebruik van airconditioning, zijn er in de US ’s zomers bijvoorbeeld vaker stroomstoringen in distributiegebieden. Daarom zijn er tegenwoordig regels dat uitwijk datacenters niet in hetzelfde energie distributie netwerk mogen staan, maar enkele honderden kilometers verder moeten worden geplaatst. Dit is een stukje risicoreductie dat voor datacenters gemeengoed is geworden.

Onze reis naar de cloud maakt ons steeds gevoeliger voor dit soort storingen. Als uw cloud niet bereikbaar is, hoe gaat u dan verder? Heeft u een plan B als u niet bij uw data kan? Heeft u – om het in andere termen te zeggen – een vriezer met magnetron beschikbaar als de cateraar niet kan komen omdat het ijzelt c.q. uw internet er uit ligt?

Gegarandeerde service
Zelf werken we al jaren tevreden met de Salesforce cloud als intern Customer Relation Management-systeem. Een belangrijke reden hiervoor is dat Salesforce zoveel beschikbare computercapaciteit heeft, dat een gegarandeerde service kan worden geboden, ongeacht het aantal medewerkers dat het systeem tegelijkertijd wil gebruiken. Helaas heeft Salesforce ook onze data nodig om dit te kunnen doen, die daar dus noodgedwongen ook aanwezig moet zijn.

Echter, in een continu back-up proces wordt die data ook direct naar onze eigen datacenters geschreven. Want mocht de enorme computercapaciteit van Salesforce ooit haperen, dan kunnen we – weliswaar op een veel lager service niveau – de data blijven gebruiken om onze klanten te bedienen. Daarnaast is Salesforce goedkoop om standaard diensten te leveren. Maar het is goedkoper en makkelijker om specifieke rapportages in relatie met eigen interne data zelf in huis te blijven doen. Dus de actuele data hebben we sowieso nodig, evenals de net genoemde back-up noodzaak.

Cloudcomputing vraagt dus om een plan B voor als het een keer ‘even niet werkt’. Het mag dan best even wat minder zijn, zoals een iets lagere service graad, zolang de belangrijkste activiteiten maar doorgaan. Zo staat uw bedrijf of organisatie niet hulpeloos stil, zoals de vele liften die tijdens de storing vorige week abrupt stopten. Een kleine noodstroomcapaciteit om de lift op zijn minst op de dichtstbijzijnde verdieping te laten stoppen met open deuren, ontbrak dus bij die gebouwen. Niet over nagedacht of wegbezuinigd.

Onze digitale wereld is gebouwd rond data waar we services omheen organiseren. Computing services om met applicaties diensten te kunnen aanbieden. Netwerk services om data te kunnen communiceren tussen datacenters en de daar aanwezige applicaties. Dus data-centrisch denken is – om een plan B te ontwikkelen – een eerste vereiste. (Zonder data doet u echt niets meer . . . )

Daarna moet u voor uzelf beslissen welke minimale dienst u nog met die data wil kunnen uitvoeren. Moet een vrachtwagen op basis van de laatste orderdata met goederen nog gevuld worden om volgens contract te leveren? Moeten de meest actuele afspraken zichtbaar blijven om de dag door te kunnen komen? Op welke wijze kunt u nog met uw medewerkers blijven communiceren als de mail eruit ligt?

Internet of Things
Onze maatschappij wordt met de komst van het Internet of Things steeds geïntegreerder en daarom is het hebben van een plan B steeds belangrijker. In onze technisch verwende maatschappij wordt dat helaas steeds vaker vergeten. Een back-up maken van uw data is niet de kunst: het adequaat kunnen herstarten van uw systemen na een abrupte storing wel. Juist die ene keer, op dat specifieke moment blijkt de professionaliteit van een organisatie. En blijkt het geld dat voor die verzekering wordt betaald, zijn waarde te hebben (gehad).

De stad wordt steeds kwetsbaarder, maar gelukkig zijn er ook steeds meer mogelijkheden om die kwetsbaarheid te managen. Namelijk met diezelfde digitalisering en met gebruik van kleinschaliger energieopwekking en bijbehorende opslag. Op die manier kunnen we een grote storing in een infrastructuur gestructureerd opvangen, systemen in spaarstand brengen en gecontroleerd tot een stabiele ruststand brengen.

Gelukkig hebben de meeste datacenters – zie ‘alle lampjes zijn aangebleven’ – en andere kritische omgevingen, zoals ziekenhuizen en brandweerkazernes, standaard deze voorzieningen op orde. Maar op veel meer plaatsen zou dat op de agenda van de Raad van Bestuur en directie moeten staan. Een op dit gebied steeds kwetsbaarder wordende Randstad vereist aandacht voor adequater en professioneler risicomanagement. Kwestie van verzekeren en een plan B operationeel hebben. Eigenlijk gewoon een kwestie van goed bestuur.

Hans Timmerman, cto EMC Nederland

Partners